Jerry Vanhemelen, ad hoc kapitein!

“Kapitein” komt van het Latijnse caput, capitis, het hoofd, de baas. Elke zichzelf respecterende haven heeft zijn kapitein, zijn chef. Dat geldt ook voor Brussel – dat rechtstreeks verbonden is met de zee en dus een zeehaven is. Jerry Vanhemelen komt niet uit de lucht gevallen, zoals zijn naam doet vermoeden, maar hij komt recht van zee. Op zijn 39ste heeft hij al flink wat watertjes doorzwommen, enfin bevaren.
 

De man straalt een natuurlijk gezag uit en is niet op zijn mond gevallen. Vanaf dag één vijf maanden geleden zet hij zich ten volle in voor zijn nieuwe rol. De kapitein moet immers overal tegelijk zijn, maar vooral dichtbij zijn team staan. Aan het hoofd van een afdeling waar 35 mensen werken, is hij verantwoordelijk voor het toezicht op de havenfaciliteiten, de veiligheid en het onderhoud ervan. Hij beheert ook het dagelijkse verkeer langs de 14 km die de haven lang is en zorgt ervoor dat alle faciliteiten, inclusief sluizen en beweegbare bruggen, in goede staat zijn. “Als kapitein sta ik garant voor de veiligheid op alle waterwegen en oevers van de haven. We varen elke dag op het kanaal!” 

En aan werk is er geen gebrek! In Brussel telt het kanaal twee sluizen, eentje in Anderlecht en eentje in Molenbeek. Die dienen niet alleen om boten door te
laten, maar ook om het waterpeil en -debiet te regelen: ook dat is een belangrijke taak voor de haven en de sluiswachters. Bij hevige regenval speelt de kapitein een essentiële rol voor de sluiswachters en binnen de havendirectie om mogelijke overstromingen te voorkomen, zoals het geval was in 2019. “Het waterpeil van de Zenne was toen sterk gestegen en we hebben ervoor gezorgd dat het water weg kon naar zee. Anders hadden de oevers van het kanaal onder water gestaan.”
 

Beide oevers van de haven vertegenwoordigen elk een afstand van 14 km, waarlangs veel bedrijven gevestigd zijn. De kapitein moet op de hoogte zijn van alles wat daar gebeurt. Hij is een uniek en onvervangbaar aanspreekpunt en kent de haven door en door, tot in het water toe. “De bodem van het kanaal is een wereld op zich. Je kunt er alles vinden: fietsen, scooters, auto’s, kluizen, wapens, lichamen, … Daarom wordt er niet in het kanaal gezwommen.” Niet geschikt om in te zwemmen, maar wel om goederen te vervoeren. “Niet veel mensen weten het, maar één boot is het equivalent
van tien vrachtwagens. Dankzij het kanaal vermijden we letterlijk tweeduizend vrachtwagens per dag in de stad!” 

Krijgt hij bij het zien van al die boten geen zin om weer het ruime sop te kiezen? Zijn antwoord is niet mis te verstaan: “Ik ben op mijn zeventiende begonnen
als matroos, ik heb over de hele wereld gewerkt, zelfs op platforms, en ik ben nu al twaalf jaar kapitein. En als je kapitein bent, is dat omdat je van je leven, je werk en menselijk contact houdt.” Toen hij in België weer voet aan wal zette, hoopte hij hetzelfde plezier als op het water terug te vinden. “Dat vond ik, bijna tot mijn eigen verbazing, in de Haven van Brussel. Meteen! Ik ben waar ik moet zijn. In feite is de haven van Brussel mijn nieuwe schip dat ik op koers moet houden.”
 

Een behouden vaart gewenst, captain oh captain!

Gepubliceerd op 21/03/24